Ontwikkeling van de Middeleeuwse Zwaarden
Wat zijn nu precies middeleeuwse zwaarden? En op welke manieren werden deze echte Europese zwaarden nu gemaakt?
Het is een feit dat mensen elkaar sinds het begin der tijden proberen te doden voor diverse redenen. Dit was meestal om macht, voedsel en expansie. Hierbij werden vele wapens ontwikkeld en één van de belangrijkste en meest aansprekende is het zwaard.
De ontwikkeling van het zwaard in Europa begon zo rond de 12 eeuw voor Christus welke ongeveer gelijk liep met het begin van de ijzertijd. In principe zijn de meeste zwaarden ontstaan vanuit de dolken uit de bronstijd.
De echte grote ontwikkeling valt in de middeleeuwen welke zo rond 500 na Christus begon en eindige ongeveer 1500 na Christus. De middeleeuwen noem je ook wel de periode tussen de oudheid en de vroegmoderne tijd (15de tot het begin 19de eeuw).
Door de geografische verschillen en daardoor grote versplintering loopt de ontwikkeling van het zwaard niet rechtlijnig maar verliep dit overal anders in verschillende delen van Europa. Dit had te maken met de fragmentatie van politiek gezag en sterke verdeling tussen de adel, met militairen en de boerenklasse. Maatschappelijk gezien was het vooral een agrarische economie in de meeste delen.
Maar deze verdeeldheid zie je ook terug in het ontwerp en gewicht van de zwaarden welke ontstonden door de verschillende zwaardstijlen, periode en smeden. Wel zie je op veel plekken het langzwaard ontstaan en de toepassingen daarvan was vaak slaan, steken en snijden ook wel de drie verwondingen genoemd. Naast dit zwaard had je natuurlijk ook de dolken, sabels, knotsen en speren. Europese zwaarden zijn vaak recht en zijn ontworpen om te stoten en te snijden. Het Japanse zwaard welke gebogen is, en dus een curve heeft met aan één zijde een snede, is meer ontworpen om te snijden.
Veel oude zwaarden zijn gevonden op begraafplaatsen, hier kan je uit afleiden dat het zwaard werd beschouwd als het krachtigste object dat men als bezit had.
Ook was het gebruikelijk om fysieke straffen mee toe te dienen, zoals het amputeren van lichaamsdelen of zelfs onthoofding. Het zwaard was een eerbaar wapen en een privilege en voorbehouden aan de adel en hogere klassen.
De normale bouw van een zwaard is een kling en gevest. Het gevest wordt dan op de angel van de kling bevestigd en de kling loopt dan door in het handvat. De kling bestaat dan uit twee scherpe sneden en een punt. Vaak zit er ook nog een geul in het blad om deze lichter en wendbaarder te maken en om de krachten die ontstaan in het blad tijdens een gevecht af te laten vloeien.
Het handvat of gevest heeft tevens een pareerstang, pommel en de greep. Voor handbescherming is de pareerstang en de pommel of knop zorgt voor een goede balans van het zwaard en eveneens houdt dit het gevest op zijn plaats. De greep of handvat is gemaakt zodat er een goede grip is van het zwaard.
De middeleeuwse periode wordt onderverdeeld in de vroege, hoge en late middeleeuwen.
Zwaarden in de Vroege middeleeuwen (5e t/m 7e eeuw)
De spatha was de voorloper van de Europese Zwaarden uit de middeleeuwen. De spatha was een rechtzwaard tussen de 50 en 100 cm welke gebruikt werd in het Romeinse rijk tussen de 1e en 6e eeuw na Christus. In eerste instantie werd deze alleen gebruikt door de cavalerie. De romeinen hadden tevens de gladius, dat was een korter zwaard dat de romeinse legionairs gebruikten. De kling van het gladius zwaard was ongeveer 60 tot 70 cm lang met een 4,5 centimeter breed blad. Van het woord gladius is ook het woord "gladiator" afgeleid, deze werd namelijk ook gebruikt tijdens gladiatoren gevechten. Waarschijnlijk hebben de romeinen deze zwaardstijl overgenomen uit de Punische oorlogen, tussen Carthago en de Romeinse Republiek. De gladius was in geoefende handen een uiterst effectief kortzwaard, welke geschikt was om te steken, slaan en snijden. Tot de vaste uitrusting van de legionair hoorde ook de pugio of dolk, een tweezijdig snijdend mes, voor verdediging en hulpmiddel bij zijn maaltijden.
Het smeden van een zwaard in de romeinse tijd werd gedaan door staal met een hoog koolstofgehalte en laagkoolstof gehalte in stroken samen te smeden. De patronen die hierdoor ontstaan noem je ook wel damast.
In de loop van de middeleeuwen verbeterde de zwaardtechnologie en in beoefende handen werd het zwaard een zeer geavanceerd wapen. In eerste instantie was die gebaseerd op de spatha stijl.
De zwaarden in de vroege middeleeuwen waren dus eenvoudig van ontwerp met een symmetrische scherpe kling met soms een geronde punt en eenvoudige pareerstang of stootplaat. Met gebruikte deze zwaarden met één hand maar waren zeer geschikt om te slaan te snijden. Doorgaans was het gewicht zo rond de 1 kilo en in combinatie met een schild uitermate effectief. Het harnas bestond in deze tijd uit maliën en gehard leer. De grepen van deze zwaarden waren kort en voor één hand en ongeveer tot 90 cm lang.
In deze periode werden verschillende technieken bekend om zwaarden te smeden, welke per verschilde per gebied. De kwaliteit van deze zwaarden verschilde soms ook erg. Een veelgebruikte was het patroon lassen. Deze techniek omvast het vouwen en smeden van staal in staven met verschillende koolstof hardheden. Door dit smeden om een kern van zachter staal kreeg je een zwaard wat zowel zeer hard en scherp kon worden en tevens goed slagen kon absorberen. De smeden bewerkte op deze manier het staal en de zwaarden kregen unieke zichtbare patronen op het oppervlak.
Tinker Vroeg Middeleeuws Enkel handig Zwaard - Oakeshott Type XII
Zwaarden in Hoge middeleeeuwen (10e tot 13e eeuw)
In deze periode ging de kwaliteit van de middeleeuwse zwaarden nog een stukje verder. De bladen werden nu geschikt en gehard en kwamen nu in veel gebieden voor. Een bijzonder plekje in de periode zijn natuurlijk de Vikingen.
De Vikingen die bekend stonden on hun brute plunderingen door heel europa, groenland, rusland en maakten gebruik van zwaarden en bijlen. Deze vikingen opereerden vanuit Scandinavie en stamden af van de Noormannen (Germanen). Het viking zwaard stamde af van het frankische zwaard voorgekomen was uit de romeinse spatha.
Het staal waar de Viking zwaarden van werden gesmede was naast het patroongelaste damaststaal ook monostaal. De bladen waren gemaakt van een hoge kwaliteit met hoog koolstof gehalte en ondergingen een goede hittebehandelingen. Het was niet ongewoon voor de vikingen om de zwaarden een naam te geven en deze bracht status, macht en eer. Zelfs het werden de Vikingen met hun zwaarden begraven. De meeste bekende patroon gelaste viking zwaarden hadden de naam ulfberht. De vikingen begonnen ook om pareerstangen of quillons aan deze zwaarden te bevestigen. De viking zwaarden konden zeer goed snijden en steken en het zwaard heeft zeker een grote invloed gehad op hun succesvolle manier van oorlogsvoeren.
Godfred Viking Sword met Damascus stalen kling
Het europese zwaard in de hoge middeleeuwen is natuurlijk het zwaard welke vaak gecategoriseerd wordt als het ridderzwaard. Het is recht zwaard met een tweesnijdende dubbele kling en kruisvormig. Feitelijk kan je stellen dat het ridderzwaard uit de middeleeuwen is ontwikkeld uit het Viking zwaard.
Zwaarden in de late middeleeuwen 14de en 15de eeuw
Door de toenemende bepantsering in de 14de eeuw was het noodzakelijk om een krachtiger zwaard te ontwikkelen. In deze tijd ontstond dus ook het bastaardzwaard welke je met 1 of 2 handen kont vasthouden. Met 1 hand kon je tevens een schild of beukelaar vasthouden en toch met veel kracht een zwaard hanteren.
Men denkt vaak dat er altijd grote driehoekige schilden werden gebruikt maar dit was vaak alleen tijdens toernooien zodat het familie wapen op het schild goed kon worden afgebeeld.
Het harnas over het hele lichaam deed ook zijn intrede en hiermee kwamen de langzwaarden met scherpe sterke punten nog meer in trek. De pareerstang werd eveneens breder en nu werd het tweehandige langzwaard steeds populairder. Deze tweehandige zwaarden hadden nog veel meer slagkracht en stekend vermogen. Ook werden vechttechnieken steeds belangrijker omdat je de zwakke delen van het panters moest raken zoals in het vizier of de genitaliën. Je kan stellen dat in de late middeleeuwen voor de langzwaarden werden gebruikt.
Zo kwam de middeleeuwen ten einde en ging dit over in de renaissance met vuurwapens, rapiers en degens. Het Europese zwaard heeft dus lange ontwikkeling doorgemaakt en voor het dateren van een zwaard moet je kijken naar de kling en het gevest en dan nog zijn er zoveel varianten dat het soms uitermate moeilijk is om een bepaald type te dateren.
Als je meer wilt weten of zwaard soorten uit de middeleeuwen dank kan je het beste de Oakeshott typologie gemaakt door historicus Ewart Oakeshott bekijken. Deze heeft uitgebreide beschrijvingen gemaakt op basis van de fysieke zwaardvormen van ongeveer de 11de tot 16 de eeuw.
Het is ook een leuk feit dat middeleeuwse zwaarden duur waren toentertijd. Lang niet iedereen kon een zwaard kopen. Doorgaans was de waarde ervan een paar koeien dus als je dat kon betalen dan was een goed zwaard binnen handbereik.
In mijn webshop is het mogelijk om een kwalitatieve replica middeleeuws zwaard te kopen. Kijk er rustig eens rond, tevens heb ik een middeleeuwse zwaarden voor de re-enactment.
Replica van Koning Albrecht II uit oostenrijk uit de late middeleeuwen