Harima Daijyo Fujiwara Shigetaka Tameshi Saidan Mei Wakizashi + NBTHK Hozon
Een unieke japanse Wakizashi van de beroemde smid Harima Daijyo Fujiwara Shigetaka uit Echizen met een goude Saidan of Tameshigiri mei.
Harima Daijyo Fujiwara Shigetaka Tameshi Saidan-mei Wakizashi + NBTHK Hozon
Een unieke japanse Wakizashi van de beroemde smid Harima Daijyo Fujiwara Shigetaka uit Echizen met een gouden Saidan of Tameshigiri mei.
Er zijn meerdere generaties shigetaka geweest en de eerste smid in de muromachi periode werd geboren te Iida in het Shinshu-domein. Deze leerde van de smid kanenori 兼則 en vergezelde deze naar de prefectuur Echizen. De eerste generaties hadden de titel Harima-daijō 播磨大掾 . Deze wakizashi komt uit de Kanbun periode (寛文) dit is in de japanse jaartelling na Manji en vóór Enpō. Deze periode liep van april 1661 tot september 1673.
Het blad is gesigneerd met Harima Daijo Fujiwara Shigetaka 播磨大掾藤原重高 Echizen Ju越前住.De mei aan omote bevat vele karakters en begint met de officiële districtstitel Harima-daojō welke is verleend door het keizerlijk hof, dan de naam van de fujiwara clan en zoals gebruikelijk de naam van de smid shigetaka. Aan de ura zijde is de plaats echizen ju gebeiteld. Het bijzondere aan deze wakizashi is uiteraard de gouden saidan mei Kanbun 8 Nen 11 Gatsu 22 Nichi Futatsu Do Saidan Hitomi Denbei Shigetsugu(Kao) (金象嵌)寛文八年十一月廿二日貮□胴裁断人見伝兵衛重次(花押). Dit betekent dat de heer Hitomi Denbei Shigetsugu makkelijk twee torso's sneed op 22 november 1668 met deze wakizashi.
Hoogstwaarschijnlijk gezien het jaar van testen een wakizashi van Harima Daijyo Fujiwara Shigetaka tweede generatie. Shigetaka is echt een smid van de tweede gouden Eeuw van het Zwaard smeden in Japan ook wel de "Keisho Shinto Periode" genoemd.
Deze smid maakte vele bladen en alleen degene die aan de verwachtingen voldeed kregen een Signatuur (dit deden de meeste smeden). De Nakago is niet gepolijst of schoongemaakt en is een adequate indicator voor de oudheid van deze wakizashi.
Voor de edo periode rond 1600 waren er continue burger oorlogen in japan en onder het Tokugawa-shogunaat kwam er een lange periode van meer rust en vrede. Deze wakizashi valt onder shinto (nieuwe zwaarden) en heeft daardoor meer aandacht in de uitstraling. Tijdens koto, dus voor 1600 werden de zwaarden vaak in de praktijk getest door de samurai tijdens de vele oorlogen, dan werd snel genoeg duidelijk of een zwaard kwalitatief was tijdens de strijd. De Japanse kunst om de kwaliteit van de zwaarden te testen noem je tameshigiri, letterlijk betekent dit testsnede. Tijdens de Edo periode waren er minder conflicten en om de kwaliteit van de bladen te testen werden hiervoor zeer bekwame zwaardvechters uitgekozen.
Er werden verschillende doelwitten gekozen om de scherpte en kwaliteit van deze zwaarden te testen waarbij soms ook lijken werden gebruikt. Maar natuurlijk het meest beroemd is executeren door tameshigiri op veroordeelde criminelen.
Vandaag de dag is deze vorm geëvolueerd tot een japanse krijgskunst waarbij een beoefenaar zich richt op het demonstreren van de vaardigheid met een zwaard.
De nakago of tang op dit blad is voorzien van een saidan mei ingelegd in goud waarbij je kan afleiden dat Hitomi Denbei Shigetsugu twee torso's sneed op 22 november 1668. Futatsu do wordt vertaald als snijden door twee lichamen.
De beroemdste zwaardtester in begin van de Edo periode is Yamano Ka'emon Nagahisa, die mogelijk de eerste zwaard tester was die de resultaten van dergelijke tests liet inleggen in goud op de nakago van het blad. Zo een kinzogan mei omvat de datum, naam en de persoonlijk zegel (kao), vaak welk soort snee en door hoeveel lichamen. Dit werd overgenomen door professionele zwaardtesters die de testresultaten lieten vereeuwigen met een gouden inleg.
Er gaat hier een verhaal van rond dat een veroordeelde crimineel grapte dat als hij had geweten dat hij door middel van tameshigiri zou worden geëxecuteerd hij grote zou stenen zou hebben ingeslikt om het zwaard te beschadigen.
De jigane of staal is mooi vol en donkere uitstraling. De kitae-hada met een wat ruwe itame (houtnerf) en masame (rechte nerf) hada met zeer zichtbare grain. De wisselende hada technieken laten duidelijk zien dat we met een ervaren smid te maken hebben, die zichtbaar oog heeft voor ambachtelijke manier om het staal te smeden. Een suguha hamon in nie met een diepe Nioikuchi. Naast de hoofd hamon kan je de nijuba lijn ontdekken.
Het differentieel harden heeft in dit geval in een strakke hamon geresulteerd. Deze kleibehandeling van het blad door het te verhitten verschillende diktes en het daarna te laten schrikken (Yaki-ire) in water zorgt voor de optimale staal eigenschappen. De langzamere afkoeling van de rug zorgt voor relatief taaier staal en de snede bereikt een hogere hardheid.
De Hakikake boshi (punt) is mooi vloeiend rond en zorgt voor een kwalitatieve afwerking.
De sugata is shinogi-zukuri met een typische kanbun uitstraling met een vloeiende sori met een lange kissaki.
De nakago of tang is ubu of origineel met twee mekugi ana. De Nakago is niet gepolijst of schoongemaakt en is een adequate indicator voor de oudheid van deze katana.
Koshirae
De tsuba is marugata sukashi met een symmetrisch geometrisch patroon. Ondanks de abstracte kenmerken zou dit goed een Torii (鳥居) of poort bij de ingang van Shinto-heiligdommen, kunnen weerspiegelen. Deze geometrisch patronen hadden vaak een diepere laag in het ontwerp. De Menuki met shakudo is eveneens wat bevat een afbeelding kikumon of Chrysanthemum in combinatie met de zon.
De fuchi en kashira zijn tijdloos in handachi stijl met kwalitatieve same of roggenhuid als onderlaag op de tsuka.
De contrasterende kleuren in de zwart met groene aogai chirashi saya met sprinkelende parels zijn prachtig.
Afmetingen:
Blade length:51.5cm |
Sori:0.95cm
Mekugi: 2
Width at the hamachi:2.7cm
Width at the Kissaki:1.72cm
Kasane:0.56cm
Gewicht: 380grams
Een perfecte handgesmede en gevouwen authentieke wakizashi uit edo met gouden saidan of tameshigri mei en compleet met NBTHK papieren in koshiae en shira saya.
Inclusief Oshigata. Oshigata is een tekening van het blad welke alle metallurgische activiteiten van het blad vastlegt zodat een goed beeld ontstaat van de unieke katana.
Nooit de katana met blote handen aanraken.
Niet ademen in de richting van het blad.
De Katana niet op de kissaki laten rusten.
Met het aangeven van de katana niet de punt en de snede richting de aangegeven persoon wijzen.
Met overgeven van de katana is het aan te raden om dit in de saya te doen.
Het blad ten allen tijden goed in de olie houden.