SAMOERAI ZWAARD TERMEN EN ONDERDELEN

De Katana ook wel Samoerai Zwaard genoemd is het Japanse Zwaard en is al lang geleden ontstaan. De rijke geschiedenis begint oorspronkelijk in China en duurde tot 1868 feitelijk, toen werd de samurai klasse afgeschaft. Zo rond 900 zijn eerste zwaarden in Japan bekend, deze noemt met Jo-Koto (oude-zwaarden). 

Samoerai krijgers volgden de weg van de krijger, ofwel de Bushido. De Japanse katana was de ziel van de samoerai, en deze droeg het zwaard dan ook altijd bij zich.

De vorm van het blad is gebogen met aan één kant een snede. Traditioneel werd de katana alleen door de samoerai gebruikt. Meestal werd de katana (zwaard) in combinatie met de wakizashi gedragen en dit werd de daisho genoemd. Deze wapens vertegenwoordigden tevens de sociale macht en persoonlijke eer van de samoerai.

In open gevechten werd de katana met zijn langere lemmet gebruikt voor het gevecht en de wakizashi en tanto meer geschikt voor steken/maaien en close-combat.

Elk zwaard heeft een unieke samenstelling, afhankelijk van de school en smid. Geen twee zwaarden zullen dus hetzelfde zijn bij authentieke Japanse zwaarden.

In het Japans is Nihonto het woord voor zwaard. To-Ken gebruikt men alleen bij zeer oude zwaarden uit Japan. Ken gebruikt men ook maar oorspronkelijk was dat een zwaard met aan beiden kant een snede. Dat is dus niet het Japanse zwaard waar men doorgaans over spreekt, de shinigo zukuri vorm.

Onderdelen van een samoerai zwaard

Een katana is gemaakt en samengesteld uit verschillende onderdelen die zeer nauw op elkaar aansluiten.

Samoerai Zwaard en Katana onderdelen

Onderdelen van het blad

Nagasa: lengte van het blad van de mune-machi tot de kissaki (punt)

Tang: het gedeelte van het blad in het handvat, deze noem je ook Nakago.

Hamon: het patroon gevormd op de rand van het blad welke ontstaan is tijdens het differentiële verhardingsproces.

Yaiba: de snijkant van het blad, deze noem je ook wel hasaki of ha.

Kissaki: de punt van het blad, deze zijn Ko (kort), Chu (middel) of O (groot).  

Hi of Bo-Hi: een lengtegroef voor een lichter en sneller zwaard, tevens zorgt de Hi ervoor dat krachten bij impact beter geabsorbeerd worden door het zwaard.

Mei: handtekening van de smid, deze vind je op de nakago of tang.

Moto-Haba: breedte van het blad ter hoogte van de hamachi (bij de habaki)

Moto-Kasane: dikte van het blad ter hoogte van de hamachi (bij de habaki)

Saki-Haba: breedte van het blad ter hoogte van de kissaki

Saki-Kasane: dikte van het blad ter hoogte van de kissaki

Yokote: lijn tussen de kissaki en de rest van het blad

Boshi: zichtbare hardingslijn (hamon) op de kissaki

Monouchi: deel van blad waarmee je meestal gaat snijden of hakken

Mekugi-ana: het gat in de tang waarmee het blad wordt vastgezet in het handvat

Mune: achterkant van het blad of de kling

Shinogi: de nok van het blad welke begint bij de kisskaki en doorloopt tot de tang

Shinogi-Ji: deel van blad welke loopt van de shinogi tot de mune

Ji: deel van blad welke begint bij de shinogi tot de hamon

Ha: is de snede van het blad

Onderdelen van het handvat of tsuka en de saya of schede

Katana Samurai Zwaard onderdelen

  

Kashira: dit is de pommel of knop zich op het einde van het handvat bevindt.

Tsuka: het handvat van het zwaard dat gewikkeld is met Ito, dit zal vaak katoen, leer of zijde zijn.

Samekawa: dit is roggehuid welke onder het de Ito of wikkeling zit. Zorgt ervoor dat wikkeling goed op zijn plek blijft zitten en geeft extra grip.

Menuki: kleine decoratie sculpturen op de samekawa, deze zijn op de ura (binnenkant) en omote buitenkant op verschillende plekken geplaatst, zodat de drager in het donker kon voelen of het zwaard op de correcte manier werd gedragen.

Mekugi: kleine bamboe pinnen om de tang in het handvat vast te zetten.

Fuchi: metalen huls die de tsuka bij elkaar houdt.

Seppa: metalen ringen die als functie hebben om de afstand tussen de tsuba en tsuka te overbruggen en brengen stevigheid aan het handvat.

Tsuba: Japanse naam voor de stootplaat van het zwaard. In de oude periode vaak simpel en later werden de ontwerpen steeds complexer en esthetischer.  Zorgt voor bescherming van de handen, evenals het niet wegglijden van de eigen handen richting het blad. Kan ook invloed hebben op het karakter en balans van het zwaard.

Habaki: de metalen kraag aan de basis van het zwaard. Zorgt voor aansluiting, stabiliteit en stevigheid van het blad en het handvat.

Saya: de schede wordt gebruikt om het samoerai zwaard goed te beschermen wanneer het niet wordt gebruikt egen de elementen en voorkomt onbedoeld letsel.

Sageo: De sageo is een koord waarmee de saya aan de zijde van de krijger wordt bevestigd, voor gemakkelijke en gemakkelijke toegang.

Full-Tang Zwaarden

Het vastzetten van het blad in het handvat is mogelijk door de mekugi-ana. Dit zijn de gaten in de tang waarmee het blad stevig wordt vastgezet in het handvat of tsuka. Een functioneel zwaard is altijd full tang. Dit impliceert dat de tang volledig in het handvat zit en deze stevig is vastgezet met mekugi (bamboepinnen). De handtekening of mei kan je terugvinden op de nakago of tang. Je kan hier klikken als je meer wilt weten over Full-Tang Zwaarden.  

Horimono zijn gravures van bijvoorbeeld goden of draken maar kunnen ook samengaan met teksten in Kanji. Deze kan je vinden op het blad van het zwaard.

Bo-Hi of Hi

Dit zijn lengtegroeven die zorgen dat het zwaard lichter, wendbaardere en sneller is. De groef is consistent over het gehele blad waardoor de structurele sterke behouden blijft. Tevens veroorzaken de lengtegroeven een fluitend geluid tijdens het hanteren (tachikaze). Dit geeft de gebruiker een terugkoppeling of het zwaard de juiste hoek maakt tijdens een slag of techniek. Veel mensen noemen deze groef ook wel de bloedgeul of bloedgroef. Het idee hierachter is dat het zwaard niet vacuüm kan trekken en dan het bloed niet geheel over het blad kan stromen tijdens een snede. Het is meer aannemelijk dat deze gleuf dient om een sneller en wendbaarder zwaard te creëren. Iaito’s die worden gebruikt bij zwaardvechtkunsten zijn altijd voorzien van een bo-hi. Deze zwaardvechtkunsten zijn bijvoorbeeld in het Iaido, Katori Shinden ryu, Ken-jutsu Shindo Munen-ryu, en Muso Shinden-ryu en Battojutsu.

katana samurai zwaard bo-hi

Kissaki

De punt of kissaki is een belangrijk kenmerk van het zwaard en deze geeft sterk karkater aan het uiterlijk. Deze kan lang (o-kissaki), medium (chu-kissaki), kort (ko-kissaki) of zelfs achterover gehaakt (ikuri-okissaki) zijn. Met een goede polijsting zal deze vloeiend en driedimensionaal overkomen. Dit geometrische gedeelte zal worden begrensd door een rechte loodlijn die je yokote noemt.

kissaki punt zwaard katana samoerai

Shinogi

Dit is de noklijn welke loopt van de yokote tot aan de nakago. Het is een duidelijke scheidslijn tussen het scherpe en schuine gedeelte van het blad, met aan de ene kant de snede met hamon en ji. Een andere zijde de shinogi-ji en mune (achterkant) van het zwaardblad. Een hogere shinogi zal geschikt zijn voor harde targets, door de hoek van de snede en meer massa van het blad.

Mune

De rug of achterkant van het blad noemt men mune. Deze begint bij de Mune-machi en loopt door tot kissaki van het zwaardblad. Tijdens sommige toepassingen wordt de mune gebruikt om te blokkeren, Het blad zal hier minder snel afbrokkelen of breken met zwaar contact.  

Hamon

Een hamon is het resultaat tussen vuur, water en staal en dat maakt een natuurlijke hamon ook aantrekkelijk. De hamon betekend letterlijk “snede patroon” en dit visuele effect komt tot stand door het differentieel harden van het blad. In combinatie met professionele polijsten zorgt dit voor een grote esthetische waarde van het zwaard.

Feitelijk komt de hamon tot stand door het temperen of schrikken van het staal. Het aanbrengen van klei op het blad zorgt ervoor dat de snede sneller afkoelt dan de met klei bedekte delen. Dit noemt men dus ook differentieel harden. De Ha of snede is dan zeer hard en kan dus zeer scherp worden geslepen. De rug is door deze bewerking relatief zachter maar taaier en kan dus beter klappen absorberen. Het breken van het blad wordt hierdoor sterk verminderd tijdens het gebruik op het slagveld.

Door het differentieel harden bestaat de snede uit hard martensiet staal en de kern met rug uit perliet, welke zachter is.

Naast dat een Japans zwaard een dodelijk wapen is zijn deze zwaarden ook op zichzelf staande kunstvoorwerpen. De hamon draagt hier in grote mate aan bij. Een professionele polijster zorgt als het ware dat je in het staal kan kijken. Zijn doel is om de gedachte die een smid had bij het smeden van zwaard vol tot uiting te brengen. Goed staal welke correct differentieel is gehard maakt een heldere hamon met verschillende patronen. Deze natuurlijke patronen hangen af van de manier waar op de klei is aangebracht en zijn Suguha (recht), Midare (flauwe zeer onregelmatige golf), Gunome (regelmatige zigzaggende golf) en Notare (flauwe onregelmatige golf). Je hebt veel meer patronen en deze worden ook vaak onderverdeeld in de breedte van de hamon.

In het oude Japan was het doel een zwaard met een scherpe snede en een taaie rug of kern die niet snel zal breken. Deze scherpe snede moest heel efficiënt kunnen snijden want dit was een zaak tussen leven en dood. Een hamon is een bijproduct van dit doel, maar desalniettemin blijf een esthetische hamon waanzinnig om naar te kijken.

Veel zwaarden hebben ook een kunstmatige of valse hamon en zijn niet differentieel gehard. Bij een gerenommeerde verkoper met verstand van zaken zal dit niet snel gebeuren en kan je een zwaard kopen en ervan uitgaan dat de hamon echt is.

Hamon Katana Samurai Sword

Hada

Hada of vouwpatroon ziet uit vaak uit als een houtnerf structuur en is het gevolg van het smeden en vouwen van het staal. De hada weerspiegelt de techniek die de smid heeft gebruikt om het staal te smeden. Als het blad professioneel is gepolijst zal de hada samen met de hamon duidelijk te zien zijn op het blad.

De patronen hebben een aantal basis vormen en deze kunnen variëren in dichtheid en nerven (lagen). Smeden in het feodale Japan wilden zwaarden met een homogene structuur zodat het zwaard op elke plek even hard of taaier was op de delen van het blad waar dat nodig was. Omdat de tamahagane niet overal even zuiver en hard was werd het staal gevouwen.

Tamahagane is staal gemaakt met de oude Japanse traditie. Het carbon percentage ligt meestal tussen de 0.5 en 1.5%. Tamahagane is gemaakt van ijzerzand (satetsu) en komt meestal uit Shimane (Japan) vandaan. Het ijzerzand wordt in een Tatara gedaan, dat is een traditionele kleioven. In deze oven wordt het ijzerzand met koolstof vermengd zodat er stukken tamahagane worden geproduceerd met een verschillende hardheid.  

Zwaarden worden meestal tussen de 8 en 16 keer gevouwen en om het staal dus homogeen te maken. Als een zwaard dus wordt gevouwen dan kan je met onderstaand voorbeeld ontdekken hoeveel lagen dit blad dan zal hebben.

Vouwen

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

Lagen

2

4

8

16

32

64

128

256

512

1024

2048

4096

8192


Vaak zie je in advertenties dat een zwaard 100.000 keer is gevouwen, dit is dus volkomen onzin. Het blad is 10 keer gevouwen en heeft 1024 lagen. Vaak is 12 keer vouwen genoeg, meer vouwen voegt geen extra waarde toe.

Maar de patronen geven dus aan hoe vaak een zwaard is gevouwen en in welke richting. Hada kan dus kleine en grote variaties in hebben in patronen en ook gemengde technieken.

Bekende hada zijn 

  • Masame (rechte nerven)
  • Itame (houtnerf)
  • Ayasugi (golvende rechte lagen)
  • Mokume (circelvormig).


Het vouwen van het staal is een complexe techniek om te smeden en alleen de chinese smederijen, of de Japanse smeden met veel ervaring kunnen esthetische hada produceren zonder fouten in het blad.

hada vouw patroon zwaard katana damascus

In onze gespecialiseerde webshop kan je functionele (battle ready) zwaarden kopen met een full tang. Deze zijn geschikt voor de praktisch ingestelde Japanse Zwaardvechtkunst beoefenaar alswel de veeleisende verzamelaar. Ondanks dat vele zwaarden bekend staan als funcitoneel verkopen deze alleen voor decoratieve doelen.